Het imposter syndrome – Als je eigenlijk nooit goed genoeg bent

Heb je al vele keren laten zien dat je goed bent in je vak, en heb je toch (bewust of onbewust) het idee: “Er komt een dag, dan val ik door de mand…, dan zal blijken dat ik eigenlijk helemaal niet zo goed ben…”…, dan is de kans groot dat je te maken hebt met het ‘bedriegerssyndroom’ (imposter syndrome).

In wetenschappelijke taal: het lukt je niet zo goed om je prestaties te internaliseren, om ze je eigen te maken. Dus je behaalt de prestaties wel, maar ze doen niets met je zelfvertrouwen, je groeit er niet door, je blijft hangen in een beginnersgevoel. Succes geeft je zelfs het gevoel dat je de boel aan het bedriegen bent.

Nooit goed genoeg, hoge eisen, perfectionistisch, succesvol, knagend gevoel, werkstress….

Herken je dit?

  1. Je stelt (onrealistisch) hoge eisen aan jezelf en bent zelf je grootste criticus. Je vindt dat je de dingen beter (aan) zou moeten kunnen dan dat je nu doet.
  2. Vaak probeer je te voldoen aan de vermeende verwachtingen van anderen, zonder dat je gechecked hebt of die ander die verwachtingen werkelijk heeft.
  3. Je komt vaak zelfverzekerd en doelbewust over, terwijl je in werkelijkheid onzeker bent en twijfelt over te maken keuzes. Zo ontstaat soms een grote afstand tussen wie je “van binnen” bent en wie je laat zien.
  4. Je bent erg gevoelig voor kritiek. Omdat je jezélf eigenlijk nooit goed genoeg vindt, vat je kritiek zeer persoonlijk op en voel je je soms zelfs als persoon afgewezen. Complimenten vind je moeilijk te aanvaarden. Je bagatelliseert ze, of wantrouwt zelfs degene die het compliment geeft.
  5. Goede resultaten doe je vaak af als mazzel of goede timing.
  6. Je bent vaak een harde werker en succesvol in je werk of carriere.
  7. Je zult wellicht moeilijker om hulp vragen omdat je het idee hebt dat dat bevestigt dat je het dus eigenlijk niet kunt.
  8. Je bent zelden tevreden over je eigen prestaties. Het was nu misschien wel goed, maar het kan toch altijd beter en meer?

 

De kans is groot dat je hierdoor continu op je tenen loopt. En dan ook nog op eieren. Dat knagende gevoel is slecht voor je welbevinden en voor je gezondheid. Je kunt er zelfs een burnout van oplopen. Je zelfbeeld, je prestaties en je energieniveau zullen er uiteindelijk onder lijden.

Van bedriegerssyndroom……naar zelfvertrouwen

Het begint met bewustwording. Herken je (delen van) dit syndroom bij jezelf? Verdiep je er in. Als je je realiseert dat je je jezélf bedriegt en niet je omgeving, kun je er wat aan doen. De successen die je hebt behaald, al die dingen die jij goed hebt gedaan, die heb jíj gedaan. Het is jouw verdienste.

De volgende tips helpen, om zelf te doen, of in een coachingtraject:

1. Toets je verwachtingen en gedachten aan de realiteit

Houd een poosje bij hoe je van tevoren tegen een bepaalde taak aankeek en hoe het uiteindelijk verlopen is. Wat verwachtte je van jezelf? Is die verwachting uitgekomen? Als je succesvol bent geweest, waar lag dat dan aan? Had je echt puur geluk? Was het inderdaad toeval? Of heb je zelf dingen gedaan die tot het resultaat hebben geleid?

Schrijf eens op welke gedachten er door je hoofd gaan als je de druk of twijfel voelt? Kloppen die gedachtes? Welke angst houdt je tegen om te doen wat je moet doen? Is die angst wel terecht?Schrijf op wat je denkt dat de ander van je verwacht. Weet je zeker dat dat inderdaad is wat een ander verwacht?

2. Stel je zelfbeeld bij

Realiseer je dat je goed genoeg bent. Je hoeft niet perfect te presteren of een genie te zijn, je bent goed (genoeg zoals je bent) en hebt alle recht te zijn waar en wie je bent.

Als je dit aanvaardt, zul je je prettiger gaan voelen. Je zult ook nog eens (nog!) beter gaan presteren doordat de druk wegvalt die je jezelf nu steeds oplegt. Je wordt minder afhankelijk van de goedkeuring van anderen als je besluit jezelf goed genoeg te vinden.

Maak een lijstje van dingen die jij goed hebt gedaan, waarvan anderen zeggen dat je ze goed kunt of waar je recent complimenten voor kreeg. Ga dat lijstje vanaf nu bijhouden en laat bij jezelf de gedachte toe dat dat jouw verdienste is.

3. Challenge je aanname

Je hebt misschien het gevoel dat iedereen meer weet dan jij, zoals in deze afbeelding aan de linkerkant.

En kijk dan eens aan de rechterkant. Zou dat de echte realiteit kunnen zijn?

En wat betekent dat dan voor jou?

4. Ga in gesprek met je interne criticus

De meesten van ons hebben zo’n stemmetje. Zo’n stemmetje dat tegen ons praat. Dat stemmetje dat zegt, dat je echt niet zo goed bent. Dat je niet zoveel voorstelt. Dat wat jij zegt of doet, er niet echt toe doet. Dat de anderen veel meer weten dan jij. Het stemmetje dat je waarschuwt. Dat streng voor je is.

Word je bewust van het stemmetje dat tegen je praat. Word vrienden met dat stemmetje. Geef het een vorm, een naam, wat je wilt. Vraag jezelf af, welke goede bedoeling dat stemmetje heeft. Wat dat stemmetje je al heeft gebracht. Vroeger. En nu misschien niet meer nodig is.

Stel het stemmetje gerust en vraag het vriendelijk even te gaan zitten. Zodat jij kunt doen wat je hebt te doen.

5. Wees opener over jezelf

Als je volop in het imposter syndrome zit, voelt het als terecht dat je twijfelt. Dan hou je je mond, geef je niet je mening, kom je niet altijd voor jezelf op, en hou je je groot en sterk. Dat kost een boel energie.

Geef bewust vaker je mening, stel je vragen. Als jij een vraag hebt, ben je nooit de enige, geloof dat maar. Ook de rest houdt zich in.

Vertel anderen ook over je onzekerheden en uit je ergernissen. Het zal je opluchten omdat het nu eenmaal prettiger is om gevoelens te uiten dan ze op te kroppen. Je zult ontdekken dat je niet de enige bent. Het bespaart je bovendien veel energie die je anders stopt in het verbergen ervan. En die energie kun je gaan gebruiken om te doen wat je te doen staat.

6. Doe wat bij je past

Als je werk doet dat bij je past, waarvan je het gevoel hebt dat dit is wat je wilt, loop je minder kans dat je onzekerheid en perfectionisme de boventoon gaan voeren. Als je recht doet aan je eigen waarden, wordt de mening van anderen minder belangrijk. Ook wordt de discrepantie tussen je uiterlijke ik en je innerlijke ik minder groot. Daar voel je je beter bij.

Realiseer je dat je interne criticus hard z’n best zal doen je af te houden van het managen van je imposter syndrome. Dat maakt het vaak lastig om bovenstaande vragen écht goed voor jezelf te beantwoorden. Wil je weten hoe ik je daar bij zou kunnen helpen? Boek dan een telefonische of online afspraak, dan verkennen we samen de mogelijkheden voor jou.


Verder praten of lezen? Plan een belafspraak of schrijf je in: