Leidinggeven aan neurodiversiteit

Ik ben oprecht blij met de groeiende aandacht voor neurodiversiteit op het werk. Steeds meer leidinggevenden verdiepen zich in wat autisme betekent voor een medewerker, of wat iemand met ADHD nodig heeft. En wat het van henzelf vraagt: Leidinggeven aan neurodiversiteit. Het draagt bij aan het groeiende besef: we functioneren niet allemaal hetzelfde en hebben dus ook verschillende behoeften op de werkvloer.

Wat als dit normaal zou zijn voor iedereen?

Stel je voor: een werkomgeving waarin je kunt aangeven wat je nodig hebt – zonder uitleg, zonder labels. Een plek waar je niet eerst toestemming van een diagnose hoeft te hebben om gewoon te kunnen zeggen waar je baat bij hebt. Of het nu structuur is, afwisseling, een rustige werkplek, of tijd om te schakelen tussen taken; waar je gewoon kunt zeggen wat voor jóú werkt. Waar je niet direct veroordeeld wordt als je niet een ‘geijkte’ extraverte sociale reactie paraat hebt, maar waar mensen oprecht geïnteresseerd zijn in hoe het is om jou te zijn. Wat als dit soort gesprekken gewoon ‘normaal’ waren? Voor iedereen?

Mag jij het van jezelf?

En dit geldt ook voor jou als leidinggevende. Sta jij het jezelf toe het anders te doen dan je collega’s? Durf je toe te geven dat jij behoefte hebt aan duidelijkheid, back-up, of autonomie – simpelweg omdat jij jij bent? Of probeer je jezelf nog in het plaatje van de ‘standaard leidinggevende’ te passen? Met alle stress en frustratie tot gevolg?

In mijn coaching zie ik vaak dat mooie kantelmoment: wanneer bij de leidinggevende het kwartje valt: “Ik hoef mezelf niet in die ‘perfecte leidinggevende’-rol te persen. Ik mag gewoon zeggen wat ík nodig heb.” Want effectief, gemakkelijk en leuk leidinggeven begint met jezelf de ruimte geven om authentiek te zijn.

Echte gesprekken voor echt goed leidinggeven

Met die ontdekking voor zichzelf komt bijna vanzelf het inzicht: “Dit geldt natuurlijk ook voor mijn teamleden.” Het opent de deur naar gesprekken over wat werkt – voor iedereen. En dat maakt het makkelijker om ruimte te maken voor verschillende behoeften binnen het team, wat mensen uiteindelijk bevlogener en productiever maakt.

Dus ja, verdiep je in neurodiversiteit. Bijvoorbeeld met het boek “Alle breinen werken“. Maar probeer niet alles zelf te bedenken voor een ander. Elke medewerker met autisme of ADHD is anders, net als ieder ander teamlid. Vraag simpelweg aan je teamleden wat ze nodig hebben – zonder grootse veranderingen, maar met oprechte aandacht en echte gesprekken.